|
||||||||
Er zijn maar weinig mensen in de muziekwereld, die me haast permanent jaloers weten te maken met wat ze kunnen. Daarvoor heb ik al iets te veel gehoord en gezien, maar wat bijvoorbeeld Ry Cooder, Elvis Costello en Randy Newman kunnen, daar zou ik dan wel weer flink wat geld over hebben om zelfs maar in hun schaduw te kunnen staan. Dichter bij huis geldt dat voor Lieven Tavernier, Jan De Wilde en wijlen Wim De Wulf. Allemaal hebben of hadden die het vermogen om losjes uit de pols de fraaiste melodieën te bedenken, die klinken alsof ze altijd al bestaan hebben en die je als luisteraar het frustrerende gevoel geven van “waarom heb ik dit laten liggen?”. In de rijke Gentse scene hebben we nog twee van die exemplaren rondlopen: Bruno Deneckere en de man waar het hier moet/mag over gaan, Herman Temmerman, alias HT Roberts. Ik heb er geen flauw benul van hoe vaak en met welke bands ik HT al aan het werk gezien heb, maar ik herinner me als de dag van gisteren waar en hoe ik hem leerde kennen. Dat was in de Brusselse Thunderbird, die zalige plaats waar destijds, nu ook al een kwarteeuw geleden, het kruim der Amerikaanse rootsmuzikanten op het podium gehaald werd en waar Herman steevast de klank verzorgde, terwijl hij ondertussen, redelijk onverstoord, een boek van bijvoorbeeld Larry McMurtry las. Nu, qua introductie kon dat tellen en sindsdien ben ik zijn muzikale avonturen van dichtbij blijven volgen, zodat ik werkelijk elke plaat van hem in huis heb en daar nu dus iets mag over schrijven. Deze “Open Hum of Things” is, voor zover ik weet, zijn dertiende plaat onder eigen naam en er kleeft -alweer, zo mag ik tegenwoordig vaststellen- een Covid-19 sticker op. Dat hoeft aan de artistieke kant niet per se negatief te zijn, zoals Tiny Legs Tim en Nils De Caster recent nog bewezen en ook bij HT werkt deze ongewone situatie allesbehalve verlammend. HT werd door Nils en partner Sara De Smedt naar La Claireau in het uiterste zuiden van ons land gehaald om hen te helpen met hun debuutplaat als duo en, nu HT daar toch was, gingen ze met z'n drieën maar in één ruk door en namen er de tien songs van deze CD op. Die plaat is, simpel gesteld, vintage HT: melodieën die klinken alsof je ze van in je kindertijd al kent en die je na twee luisterbeurten kunt meeneuriën. Daar bovenop beheerst Herman in die mate het Engels, dat het hem schijnbaar geen moeite kost om best gevoelige of ingewikkelde dingen toch op natuurlijke wijze te formuleren. Een schitterend voorbeeld daarvan is “Fairweather Roads”, waarvan de respectieve strofen beginnen met -in volgorde-“Meet me in the summer”, Hold me in the autumn” en “Sleep with me in winter”, waarmee meteen een kroniek van een relatie vorm gegeven wordt. Tel daarbij de knappe harmonieën van Sara, de hartverscheurend mooie lapsteel van Nils en de klarinetklanken van Leander Meuris en je hebt een Townes-waardige song, die verdient in elk zichzelf respecterend radioprogramma gespeeld te worden. Nu, dat is lang niet de enige parel van deze plaat: dezelfde muzikanten zijn ook verantwoordelijk voor de inkleding van het sublieme “Trick of the light”, terwijl al de andere nummers triowerk zijn. Kijk, als ik dit moet proberen samen te vatten: HT Roberts schrijft gevoelige songs, maar wordt nooit verkeerd sentimenteel. Hij observeert de loop der dingen en der dagen en puurt daar met vals-eenvoudige teksten geweldige poëzie uit. Dat hij daarbij nog beschikt over een heerlijke, grofkorrelige schuurpapieren stem die nochtans prima kan zingen is meegenomen en dat hij zijn beste kompanen meeneemt op die avontuur, maakt het nog geweldiger. Het is nog vroeg om te spreken over “plaat van het jaar”, maar deze zal toch niet ver uit de buurt zijn, denk ik. Heerlijke, herkenbare maar niet voorspelbare plaat van een kerel die nu eindelijk eens de plaats in de spots mag krijgen, die hij al jaren verdient. (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||